Met personen uit mijn uitgebreide netwerk heb ik veel contact via de beschikbare media. Nieuwe vormen van intimiteit komen in de loop van gesprekken naar voren. De opmaat gaat als volgt: “Jouw haar zal toch ook wel een verfbeurt nodig hebben, laat je dat voortwoekeren? Dat lijkt me niets voor jou!” Of: “Jij ging toch tweemaal in de week naar de sportschool en dan beulde de personal trainer je toch af?” Mijn antwoord dat ik de situatie verdomd moeilijk vind, maakt los dat toch zo nu en dan gesjoemeld wordt. Eigen pogingen om de verfkwast te hanteren (haren verdelen in paden, manlief verft de uitgroei als ware het behangplak) en de yoga via Zoom (25 deelnemers met onderbelichte lerares) zijn niet bevredigend. Een belletje naar gewaardeerde dienstverleners schijnt soms toch succes te hebben. Ik vernam van een kennis de volgende conversatie met haar kapster: “Ik draag een mondkapje. Dus kom maar langs, ik doe je haar wel, graag via de achterdeur.” Het lijkt wel oorlog. De inval van COVID-19 was veel eerder dan 10 mei. Ik hoop op de bevrijding na 5 mei, anders moeten we misschien toch een beetje ondergronds gaan. Echter, blijf alert: doe mee met COVID Radar van het LUMC voor onderzoek naar bewegingen van mens en virus.
Edda Heijting